Studie voor La Foire commerciale à Liège

Armand Rassenfosse was een schilder, graveur, illustrator en lithograaf. Hij werd geboren in Luik op 6 augustus 1862 en volgde zijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten bij A. De Witte. Als kunstenaar was hij stevig verankerd in de Waalse regio, werd in 1886 lid van de kring La Wallonie en illustreerde het gelijknamige tijdschrift. Een jaar later ging hij voor Auguste Bénard werken die zijn eigen drukkerij in Luik oprichtte. Dit werk liet hem toe zich te verdiepen in de techniek van de lithografie. In 1888 verbleef hij in Parijs waar hij bevriend werd met Félicien Rops. Samen stelden ze de Ropsenfosse op punt, een variant van de vernis mou. Om zijn affichage techniek te verfijnen, volgde hij in 1896 een stage bij de drukkerij Chaix in Parijs, waar hij samenwerkte met Jules Chéret. In hetzelfde jaar nam hij deel aan het Salon de La Libre Esthétique in Brussel. Vanaf dan ging zijn reputatie steil omhoog. De nationale en internationale tentoonstellingen evenals de opdrachten, vooral in het domein van de uitgaven, volgden elkaar snel op. Rassenfosse illustreerde verschillende literaire uitgaven. Zo verzorgde hij de etsen voor de bundel Fleurs du mal van Charles Baudelaire. Een ander teken van erkenning was zijn benoeming tot secretaris van de afdeling Schone Kunsten op de Wereldtentoonstelling van 1905 en zijn lidmaatschap van de administratieve commissie van de Academie voor Schone Kunsten van Luik. Rond 1906 maakte hij een crisis door. Vanaf dan paste Rassenfosse steeds frequenter de techniek van de olieverf op karton toe met meer intimistische scènes. Het overlijden van zijn zoon in 1913 en de verschrikkingen van de oorlog veroorzaakten bij de kunstenaar opnieuw een periode van twijfel. Zijn wereldbeeld wijzigde: zijn werk kreeg meer diepgang, zijn penseelstreek werd vloeiender en sneller. Het was in die periode dat hij voor het eerst het thema van het zelfportret aansneed. In 1930 werd hij lid van de Koninklijk Academie van België en kort voor zijn overlijden in 1934 werd hij benoemd tot directeur van de afdeling Schone Kunsten. (Bénézit, dl. 11, p. 448-449 en http://www.wittert.ulg.ac.be/fr/flori/opera/rassenfosse/).