Sorte de jeu de loto

Pierre Alechinsky is een Belgisch schilder, tekenaar en graveur. In zijn schilderijen paste hij de gemengde techniek toe. Vanaf 1948 was hij werkzaam in Frankrijk. Hij verenigde in zijn werk het expressionisme, het surrealisme en de abstracte stijl. Omdat hij vanaf zijn kinderjaren gefascineerd was door de drukkunst werd hij leerling aan de Ecole d’Architecture et d’Arts Décoratifs van Brussel. Hij hield er zijn eerste tentoonstelling in 1947 en werd lid van La jeune peinture belge. Rond 1948 trad hij toe tot de Cobragroep (Copenhague – Bruxelles – Amsterdam) en voegde zich bij Karel Appel, Constant en Asger Jorn. In 1950 ontving hij de Prix de la jeune peinture belge. In dezelfde periode vestigde hij zich in Parijs, graveerde in Atelier 17 van Stanley-William Hayter en nam deel aan de groepstentoonstellingen van Cobra in verschillende landen. In 1955 verbleef hij in Japan en werd er geïnitieerd in de Japanse kalligrafie, die een belangrijke invloed had op zijn techniek. In 1960 en 1973 vertegenwoordigde hij België op de Biënnale van Venetië. Zijn eerste tentoonstelling ging door in het Stedelijk Museum van Amsterdam in 1961. Vanaf dat moment namen de individuele tentoonstellingen sterk toe. In die periode (begin jaren 1960) ontdekte hij de techniek van het acryl schilderen tijdens zijn geregelde verblijven in New York. In 1965 schilderde hij Central Park, zijn belangrijkste werk en lanceerde daarmee het schilderij “met summiere tekst”, geïnspireerd op het stripverhaal. De centrale tekening wordt op de vier zijden omringd door vakjes met tekeningen om zo de betekenis van het doek te vervolledigen. De interactie tussen de twee zones is tegelijkertijd raadselachtig en fascinerend. Vier jaar later, in 1969, ging in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel zijn eerste retrospectieve tentoonstelling door. In april 2006 werd hij ridder in het Franse Legion d’Honneur. Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Brussel richtte in 2007-2008 een retrospectieve overzichtstentoonstelling in voor zijn tachtigste verjaardag. (Bénézit, dl. 1, p. 175-178)